De fabriek van de toekomst: medewerkers aan het stuur

De fabriek van de toekomst: medewerkers aan het stuur

Met onze westerse levensstandaard gaat een bepaalde loonkost gepaard. Alleen op het vlak van productiekost concurreren met het Verre Oosten, is dus een verloren strijd. Maar België heeft zelfs een loonhandicap tegenover onze buurlanden. De berekende loonkloof ten opzichte van Frankrijk, Duitsland en Nederland zal 15 tot 25 procent* bedragen in 2016. Een economie zonder industrie dan maar en focussen op dienstverlening? Helaas biedt een diensteneconomie te weinig toekomstgarantie. We mogen immers niet vergeten dat een aanzienlijk deel van onze serviceverleners maakbedrijven bedienen. 

 

De primus van de westerse klas

Bovendien vereist onze snel evoluerende markt een flexibele ingesteldheid en korte ontwikkel- en productietijden. Directe communicatielijnen tussen de productontwikkeling enerzijds en de productiesite anderzijds zijn in dat geval een absolute must. 

Met andere woorden, niet alleen loonkost bepaalt de keuze van een bedrijf om in een bepaald land te investeren of er te blijven. Ook voldoende competente en gemotiveerde werkkrachten, vlotte ontsluiting van industrieterreinen, eenduidige regelgeving en een state-of-the-art productieapparaat zijn belangrijke parameters. 

Bovendien moeten ook energie-efficiëntie en efficiënt materiaalverbruik bovenaan de agenda te staan, net zoals snelheid, flexibiliteit en een sterke specialisatiegraad in producten met hoge toegevoegde waarde. Willen we fabrieken duurzaam verankeren in ons land, dan moeten we er dus voor zorgen dat al deze voorwaarden vervuld zijn. Meer nog, we moeten zorgen dat we de primus van de westerse klas zijn.

 

Van operationeel naar intellectueel

Om die ambitie te realiseren, moeten onze maakbedrijven zich ontpoppen tot fabrieken van de toekomst. Dit gaat gepaard met transformaties op tal van vlakken: digitaliseren, ecologisch produceren, simultaan ontwikkelen en produceren enzovoort. 

De vraag blijft echter welke rol de werknemer toebedeeld krijgt. Eén ding staat vast: de werknemer van de toekomst zal niet langer een schakeltje zijn in het productieproces, hij zal een echte sleutelrol vervullen. Want al draait een volautomatische productielijn op robotica, zonder aansturing, aanvoer van materiaal of onderhoud valt het hele proces stil. De productie-operator van de toekomst zal input leveren over design en organisatie van de productiecyclus, efficiëntie en innovatie. Kortom, zijn rol verschuift van operationeel naar intellectueel, van mechanisch naar sturend. 

 

Begeleiding van het transformatieproces

Zullen er in de fabrieken van de toekomst minder jobs zijn? Neen, maar de functie-invulling zal wel anders zijn. Productiejobs zullen meer toegevoegde waarde hebben en de medewerker zal het verschil maken binnen een concept van ‘human-centered production’. Industriële omgevingen van de toekomst hebben dus niet alleen nood aan een andere werkorganisatie, maar ook aan andere competenties en vaardigheden, andere interne structuren en een ander soort leiderschap. 

Om aan deze verander(en)de bedrijfsomgeving vorm te geven, kunnen ondernemingen rekenen op de deskundige begeleiding van het adviseursteam van het Made Different-programma. We betrekken elke medewerker actief in het transformatieproces en turnen productiebedrijven om tot fabrieken van de toekomst. 

(*) Artikel Agoria Online + VRT journaal 23 december 2014

Deel dit artikel