De impact van robots op economische groei en werkgelegenheid

De impact van robots op economische groei en werkgelegenheid

Robots en economische groei

Voorspellingen over de impact van automatisering zijn vandaag voornamelijk anekdotisch, bij gebrek aan analyse. Een feit waar recent onderzoek verandering in brengt. Uit de paper, samengevat in een artikel van Brookings Institution, blijkt dat industriële robots een aanzienlijke drijfveer voor arbeidsproductiviteit en economische groei zijn. Het gebruik ervan zou een jaarlijkse groei in arbeidsproductiviteit en bbp van respectievelijk 0,36 en 0,37 procentpunten betekenen. Dit blijkt uit een analyse van 14 bedrijfstakken in 17 landen. Hoewel nog onzichtbaar in statistieken blijkt nu al dat automatisering de eigenschappen heeft van een technologie voor algemene doeleinden of GPT ('general purpose technologie'), die een doordringende en langdurige impact zullen hebben op een aantal uiteenlopende sectoren. Als we terugblikken naar andere doorbraaktechnologieën, zoals IT, en de impact die deze had op economie en productiviteit, mogen we nog heel wat verwachten van de jonge roboticarevolutie. Robots zullen een kritische rol spelen in het structureren van alles rond werk, de groei van productiviteit en de welvaart.

Automatisering versus banenverlies

Is deze groeiende productiviteit nu ten koste van jobs in de maakindustrie? Tegelijk met de groei van het aantal robots is er immers een verlies van jobs in de maakindustrie aan de gang. Is er een relatie tussen dit jobverlies en het gebruik van industriële robots? Uit onderzoek blijkt er niet noodzakelijk een oorzakelijk verband tussen deze twee. Globalisering, delokalisering en de kloof tussen vraag en aanbod in vaardigheden zijn bijvoorbeeld drie vaak aangehaalde oorzaken. Sommige onderzoekers (van MIT bijvoorbeeld) menen zelfs dat arbeiders voordeel halen uit werken naast robots.

Als robots alleen maar menselijke werknemers vervangen, dan zou het jobverlies logischerwijze groter zijn in landen waar meer geïnvesteerd wordt in automatisering. Dit blijkt echter niet uit de realiteit. In Duitsland met zijn auto-industrie bijvoorbeeld worden meer dan drie keer meer robots per uur ingezet dan in de VS. Toch verloor Duitsland in de periode 1996-2012 'slechts' 19 procent van zijn jobs in productie, terwijl dit in de VS 33 procent was. Ook in andere landen zoals Korea, Frankrijk en Italië gingen minder jobs verloren dan in de VS, terwijl er meer robots werden geïnstalleerd. Landen waar minder in robots werd geïnvesteerd, zoals het VK en Australië, zagen dan weer een snellere daling in jobs binnen hun producerende sectoren. Uit de cijfers blijkt ook dat het verlies aan jobs en de stijging in het aantal robots alles behalve in verhouding met elkaar verlopen. De netto impact van automatisering op tewerkstelling in productie is dus niet eenvoudig en alleszins tijdens de onderzochte periode (1993-2012) wees niets er op het de oorzaak van jobverlies was. Robots zouden zelfs essentieel zijn voor de concurrentiekracht van de maakindustrie van een land.

Technologie en de arbeidsmarkt

Volgens een artikel van Harvard Business Review (HBR) beïnvloedt technologie al 200 jaar de arbeidsmarkt en vormen industriële robots een disruptieve technologie, waarbij sommige werknemers baat zullen hebben, anderen niet. Zoals enkele decennia geleden al het geval was bij de opkomst van IT, vraagt een nieuwe, baanbrekende technologie van een groot aantal mensen dat ze nieuwe vaardigheden en kennis verwerven. Dit leerproces blijkt in de praktijk vaak traag en moeizaam te verlopen, maar is tegelijk een weg naar nieuwe opportuniteiten en hogere lonen. Gezien de evolutie in grote technologieën decennia in beslag nemen, kunnen een grote groep werknemers leren hoe deze in te zetten, aan te passen en te verbeteren. Ook het effect hiervan op de tewerkstelling en productiviteit volgt pas na meerdere jaren; scholen, opleidingscentra, businessmodellen en de arbeidsmarkt hebben typisch zelfs tientallen jaren nodig om zich aan te passen en de voordelen van de nieuwe technologie te ontsluiten voor de doorsnee werknemer. Als de geschiedenis zich voortzet, kan het dus nog decennia duren voordat we de voordelen ten volle kunnen benutten.

Terwijl door de komst van de robots bepaalde jobs overbodig worden of niet meer uitgevoerd door mensen, zullen andere opportuniteiten gecreëerd worden, omdat technologie jobs creëert die om nieuwe vaardigheden vragen. Een voorbeeld hiervan is het beroep van ontwerper: slechts de top 10 procent van ontwerpers bleek snel en vlot te kunnen overschakelen van typografie naar desktop publishing, web publishing en nu mobiel ontwerp, wat resulteerde in meer werkzekerheid en een hoger loon.

Uit meerdere studies blijkt verder dat meer dan een derde van de managers aangeeft moeilijk personeel te vinden dat over de benodigde vaardigheden beschikt. Bedrijven kennen dus een grote vraag naar arbeiders met kritieke technische vaardigheden en zijn ook bereid hiervoor een hoog loon te betalen, maar vinden te weinig arbeiders die voldoen.

Obstakels en uitdagingen in de toekomst

Het probleem is niet zozeer dat technologie de nood aan geschoolde werknemers heeft weggenomen. Nieuwe opportuniteiten bestaan, maar hierop ingaan, blijkt moeilijk. Dit obstakel overwinnen zal tijd nodig hebben, maar eveneens is er nood aan een beleid dat technische scholing promoot, vaardigheden door ervaring erkent, mobiliteit van werknemers aanmoedigt en een robuuste arbeidsmarkt onder de arm neemt. Het blijft mogelijk dat in de toekomst slimme machines de kansen voor lager geschoolde werknemers drastisch zullen beperken. De technologie zal een uitdaging bieden om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen. Gaat men de uitdaging aan met succes, dan zullen heel wat 'gewone' mensen aanzienlijk van de voordelen van deze nieuwe technologie kunnen genieten.

Deel dit artikel