Desso evolueert van efficiëntie naar holistische aanpak

Desso evolueert van efficiëntie naar holistische aanpak

De krant De Standaard ging op zoek naar innovatie in België en kwam bij Desso in Dendermonde terecht. Desso blijkt in de crisis in de tapijtsector het hoofd boven water te kunnen houden dankzij cradle-to-cradle-processen en doorgedreven robotisering. Het bedrijf voerde hierbij enkele transformaties door op vlak van ecoproductie en slimme productie.

Nichespeler

De Nederlands-Belgische tapijtgroep heeft in België 370 mensen aan de slag, wereldwijd gaat het om 880 personeelsleden. Het bedrijf leerde uit zijn fouten met zijn ter ziele gegane kunstgrasafdeling. Anders dan andere spelers in de tapijtsector wil Desso zich niet kapot concurreren met kamerbreed tapijt, maar koos het ervoor een nichespeler te zijn die hoogtechnologisch tapijt maakt voor gespecialiseerde sectoren: ultralichte producten voor de luchtvaart, speciaal gecertificeerde vloerbedekking voor de cruisescheepvaart, fijn stof absorberend tapijt voor hypo-allergene toepassingen, hybride gras voor topsportarena's. Light Reflection Master-tapijt, een innovatief product van Desso, weerspiegelt het licht en zorgt voor een besparing van 10 procent in het energieverbruik voor verlichting.

Duurzaamheid, samenwerking en automatisering

Enkele jaren geleden sloeg men de weg van cradle to cradle in, een keuze van het bedrijf, maar ook op vraag van de klanten. Het C2C Silver-certificaat geeft het bedrijf een competitief voordeel en draagt bij tot een duurzame bedrijfsvoering. Zo wordt het afvalwater strenger gezuiverd dan de norm voorschrijft, 4 procent van de energie komt van eigen zonnepanelen  en de rest van de elektriciteit bestaat uit groene stroom. Het gebruikte garen en een deel van de rug van de tapijttegels zijn volledig recycleerbaar. Desso produceert tapijt op basis van Econyl-garen van Aquafil, 100 procent gerecycleerd uit oud tapijt en ander industrieel afval. De recyclage van tapijttegels is weliswaar nog niet economisch rendabel, onder meer door de grote concurrentie van de verbrandingsovens en de beperkte hoeveelheid oud tapijt die Desso momenteel maar uit de markt kan halen.

C2C betekende voor Desso ook evolueren naar een nieuw businessmodel: tapijt verhuren in plaats van verkopen. Partnerbedrijf Composil verhuurt tapijt aan zijn klanten, onderhoudt het en bezorgt het aan Desso terug. Het resultaat is perfect onderhouden tapijt waar de klant maandelijks een klein bedrag voor betaalt in plaats van het aan te kopen. Dit kost hem uiteindelijk zelfs minder, terwijl Desso een uitstekend recycleerbaar tapijt terugkrijgt.

Desso cradle-to-cradle

Desso innoveert ook door automatisering van de transportsysteem in de productie: twee robots laden de bobijnen voor de tuft- en weefmachines in grote rekken, waarna robotwagentjes ze naar de machines vervoeren. De robots vervangen repetitief werk, terwijl de machines minder lang stil liggen. Massale automatisering moet de loonkostencomponent verder doen dalen. De inzet van robots heeft in deze branche immers geen invloed op de werkgelegenheid. Wel draagt het bij tot de groei van het bedrijf en dankzij die groei en voortdurende bijscholing kan het mensen aan de slag houden.

In de toekomst verwacht Desso dat de robots steeds intelligenter zullen worden, de processen energiearmer. Men streeft naar minder afhankelijkheid van buitenlandse grondstoffen en ook het watergebruik bij de productie moet verder naar omlaag.

Dit artikel kwam tot stand dankzij het project "Vlaggenschepen voor fabrieken van de toekomst” en het project "Via 7 sleuteltransformaties naar waardeketens voor de maakindustrie van de toekomst" in het kader van Vlaanderen in Actie en met steun van het Agentschap Ondernemen. Aan dit project werken de volgende partners mee: Flanders’ Synergy, Universiteit Antwerpen, Agoria en Sirris.

 

Deel dit artikel