Samenwerking tussen bedrijven, universiteiten en lokale overheid: 1+1+1=4

Samenwerking tussen bedrijven, universiteiten en lokale overheid: 1+1+1=4

Onderzoek heeft uitgewezen dat samenwerking tussen leveranciers, klanten en bedrijven (de private sector) voordelen kan opleveren. Toch is de samenwerking tussen een grotere diversiteit aan partners en hun potentiële bijdrage aan innovatie tot op vandaag onderbelicht.

Onder de motieven van bedrijven tot samenwerking behoren o.a. het delen van de kosten en risico’s, aanvulling van de verschillende partners, toename van de absorptiecapaciteit (d.i. de mogelijkheid om zich externe kennis toe te eigenen), bedrijfsgrootte en eerdere ervaring met gedeelde onderzoeksprojecten. Naast bedrijven hebben ook lokale overheden en universiteiten belang bij het betreden van het zakenveld als partner in gedeelde onderzoeksprojecten; enerzijds om regionale vooruitgang te stimuleren, anderzijds om vanuit de praktijk en omgeving kennis te ontwikkelen.

In een recente studie uit 2012 onderzoeken Heléne Lundberg en Edith Andresen, beiden verbonden aan de Zweedse Mittuniversitet, de interactie tussen bedrijven, universiteiten en de publieke sector om de mogelijke voordelen van samenwerking te verduidelijken. Op basis van een casestudie van een Zweedse bioraffinaderij distilleren en verwoorden de auteurs een aantal implicaties voor hedendaagse managers:

1)     Door samenwerking slagen de drie spelers (bedrijven–overheid–universiteit) er in om een vierde speler te benaderen: de financiële sector, wat op zijn beurt de tewerkstelling van een vijfde speler kan opleveren: de samenwerkingsfacilitator (voor gemeenschappelijke administratieve en coördinerende taken).

2)     Door samenwerking neemt de informatiestroom toe, wat de absorptiecapaciteit van de spelers versterkt, en het halen van zowel individuele als gedeelde doelen doet toenemen.

3)     Door nieuwe relaties en een toename van ervaring in relatiemanagement stijgt de aantrekkelijkheid van de spelers als (potentiële) partners.

4)     Door toegang tot externe complementaire kennis kunnen eigen informatie en beslissingen vergeleken worden, wat de waarde van de kennis van iedere partner doet stijgen.

Lundberg en Andresen stellen ook vast dat persoonlijke vriendschappen het samenwerkingsproces versoepelen door de aanwezigheid van vertrouwen, loyaliteit, toewijding en een vlotte communicatie,  naast de afwezigheid van opportunisme. Het doel van regionale ontwikkeling door R&D vormt de 'lijm’ tussen de verschillende partners. Tot slot, samenwerking met verscheidene partners is veeleisend, onder meer door de tijd die nodig is om de culturele kloof tussen de bedrijfs-, overheids- en academische wereld te overbruggen, maar is ook erg belonend.

Bron: Lundberg, H., & Andresen, E. (2012). Cooperation among companies, universities and local government in a Swedish context. Industrial Marketing Management, 41, 429-437.

Analyse door Wim Coreynen, onderzoeker aan de faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen van Universiteit Antwerpen en programmaleider aan Antwerp Management School.

Dit artikel kwam tot stand dankzij het project "Via 7 sleuteltransformaties naar waardeketens voor de maakindustrie van de toekomst" in het kader van Vlaanderen in Actie en met steun van het Agentschap Ondernemen. Aan dit project werken de volgende partners mee: Flanders’ Synergy, Universiteit Antwerpen, Agoria en Sirris.

 

 

Deel dit artikel